08/01/2020 Bersantai

8 januari 2020 - Samarinda, Indonesië

Bersantai betekent 'relaxen'
Dat doen we hier veel. Op dinsdag is onze leraar nog ziek, en rest er ons dus niets anders dan aan het zwembad te gaan liggen. 's Avonds eet ik een triple cheese madness met extra cheese. Het leven is hier mooi.

Op woensdag is de arts waar we een afspraak mee hebben, dr. Carta, zelf niet aanwezig. Om deze reden mogen we samen met de co-ass van het AWS een malaria patiënt zien. Deze afspraak is om 12:00 en opnieuw zijn we om 13:00 weer klaar.

Wel is het een interessant verhaal. De casus gaat om een man van 28 jaar, die zich in zijn dichtsbijzijnde puskesmas gemeld had met hoge koorts en algehele malaise. Hij was er van overtuigd malaria te hebben, aangezien hij dit een jaar eerder ook gehad had en zijn symptomen herkende. Hier wilde ze hem in eerste instantie niet behandelen voor malaria en kreeg hij de diagnose 'prolonged fever'. Hierop is hij uit eigen initiatief naar AWS gekomen. Hij werkt in het bos meer centraal in Kalimantan. De diagnose, na een 'thin blood smear' luidde malaria knowlesi; dit is een bijzondere vorm van malaria, omdat dit eigenlijk de apenvariant is. Mogelijk heeft hij dit opgelopen door zijn werk in het bos: een aap met malaria knowlesi is gebeten door een mug, en deze mug dient vervolgens als vector; als deze hierna een mens prikt kan ze de ziekte overdragen. Vandaag gaat hij, zij het niet medisch uitbehandeld, naar huis, aangezien hij geen geld heeft voor verdere behandeling. Ondanks dat een zorgverzekering verplicht is in Indonesië heeft deze meneer er geen. Het staat patiënten in Indonesië vrij te vertrekken daar zij dat per se willen. Dit komt aan het einde van het gesprek naar voren. Schrijnend is het. Hij voelt zich al stukken beter en is zelf dus tevreden, maar medisch gezien weten we dat het niet uitbehandelen van malaria resistentie vergroot. Aangezien deze meneer door zijn werk continu risico loopt op deze vorm van malaria ben ik er toch niet helemaal gerust op.

Hierna gaan we maar weer wat rondneuzen in een ander winkelcentrum. Het is hier best moeilijk supermarkten te vinden die echt groentes verkopen. Uiteindelijk vinden we er een, nadat we eerst door het personeel van de winkel waar ik verjaardagskaartjes voor thuis koop in een massagestoel gezet zijn die wel heel intens masseert. Die kaartjes gaan trouwens van z'n leven niet op tijd aankomen; hooguit die voor mijn oma die over ruim een maand jarig is. Als ze aankomen heet dat. Maar het gaat natuurlijk allemaal om het idee. Bij het kantor pos naast 't guest house waar ik verblijf gaan de kaartjes uiteindelijk in een grote envelop op de post. Dit omdat ze volgens de vriendelijke, besnorde meneer anders te klein zijn en kwijtraken. Beloofd veel goeds dus.

Milou en Bram vinden het tijd om hun camera's te testen, en met z'n drieën gaan we de toerist uithangen. Ze nemen prachtige foto's van de omgeving. Op een gegeven moment stuiten we op een markt waarbij ze allerlei etenswaren verkopen: groente, fruit, vis, kip.. Hier zoeken we in principe al dagen naar! Toch is de drempel hier iets te kopen wat hoog. De vis stinkt een uur in de wind, en er zitten overal vliegen op. Dit ligt dan pal naast de verse groentes. Een vrouw groet ons terwijl ze vrolijk in een kip staat te hakken, een andere vrouw is bezig de darmpjes van de kip uit te spoelen. Ernaast liggen de reeds gesneuvelde kipjes met hun pootjes in de lucht. Put your hands up for... Samarinda.

Ondanks dat overal foto's van ons genomen worden, ben ik toch benieuwd hoe de bevolking hier reageert op drie bouleh die foto's komen nemen, waarbij onze lange Bram gewapend met een spiegelreflexcamera met een reusachtige lens al helemaal niet te missen is. Het voelt toch een beetje als inbraak op de privacy, en ik vraag me af of de marktmensen hiervan gediend zijn. Opnieuw blijken mijn zorgen weer voor niks. Mensen zwaaien, vragen zelfs of we foto's van hen willen maken, doen het peace-teken, willen op de foto met ons erbij. Een aantal mannen nemen foto's met me en kussen me hier joviaal bij op mijn wang, alsof ik een of andere filmster ben. Mooie mensen, oftewel goed volk, zoals Jeroen Meus zou zeggen. Ondanks alle aandacht die er voor me is heb ik toch het gevoel dat ik hier wat schril bij afsteek. Wanneer heb ik iemand ooit zo gastvrij benaderd? Iemand zich zo erg op zijn gemak laten voelen bij het eerste contact? Puur uit vriendelijkheid? Het is makkelijker het mezelf niet zo kwalijk te nemen als ik bedenk dat de cultuur in Nederland daar ook niet echt naar is, hoewel we met z'n allen een stuk gelukkiger zouden zijn als dat wel zo was, vermoed ik.

's Avonds gaan we uiteten bij Pondok Borneo, een seafood restaurant wat voornamelijk in het teken van krab staat. Ik eet er een soft shell crabbie, omdat ik deze ken en weet dat deze helemaal op te eten zijn (lekker veilig). Bram gaat voor het echte werk en bestelt een echte krab voor het eerst in zijn leven. Het is een behoorlijk gevecht maar de moeite waard, het is allemaal erg lekker. Voor Indonesische begrippen is het hier wel prijzig, maar dat mag af en toe wel eens (opnieuw volgens ons luxepoessie Bram)

En goed nieuws! De poeperij is eindelijk op gang (you know me). Het is groen.